Het aantal COVID-19-patiënten op de klinieken neemt af, maar er zit nog steeds weinig ruimte in de capaciteit op de Intensive cares (IC). ‘Waar het kan, schalen ziekenhuizen in het land de reguliere zorg weer op, maar het is onzeker hoe deze week gaat verlopen. Het kan ieder moment weer anders zijn.’ Een gesprek met Ina Kuper, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) en lid van de Raad van Bestuur van Isala.

Ina Kuper, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) en lid van de Raad van Bestuur van Isala
Hoe komen jullie tot de beslissing om reguliere zorg wel of niet af te schalen?
‘Naarmate de druk op met name de IC-bedden groter wordt, zullen er meer mensen die de zorg op de IC kunnen geven, ingezet worden op de IC. En worden er minder ingrepen gedaan waarbij nazorg op de IC nodig is. Dat betekent dat de ziekenhuizen minder ingrepen doen en het hierbij vrijkomen personeel ingezet kan worden op de IC. De mate waarin dit per ziekenhuis gebeurt, wordt bepaald door het aantal patiënten dat op basis van de voorspelling van het LCPS verwacht wordt (uit de eigen regio of uit een andere regio) en het profiel van het ziekenhuis.
Isala is bijvoorbeeld een Traumacentrum en moet daarom altijd ruimte hebben voor een groot trauma. Hoe de reguliere zorg wordt afgeschaald, wordt ook bepaald door het termijn waarbinnen bepaalde ingrepen plaats moeten vinden. We laten de ingrepen die binnen 6 weken plaats zouden moeten vinden zoveel mogelijk doorgaan. Ook dit proberen we landelijk en regionaal zo gelijk mogelijk te doen. De NZa* verzamelt daarom gegevens per ziekenhuis over deze noodzakelijke zorg. Op het moment zijn de ziekenhuizen in onze regio ongeveer 30% afgeschaald in de reguliere zorg. Oncologische zorg en acute zorg gaan altijd door. De afstemming tussen de ziekenhuizen gebeurt drie keer per week in het ROAZ ziekenhuizen.’
Hoe is de sfeer op de zorgafdelingen?
‘Ik liep onlangs weer mee op de Acute Opname Afdeling (AOA). Ik zag veel overgeplaatste patiënten uit het Westen van het land en uit Twente en zij vertelden mij indrukwekkende verhalen. Hoe ziek ze zijn geweest voordat ze werden opgenomen in het ziekenhuis. Gelukkig knappen zij door goede zorg weer op. Ze aten als lunch een omelet en kwark. “Voor de eiwitten”, vertelden ze me lachend. Het ontvangen van bezoek doet de patiënten ook heel goed, dat kon in het voorjaar helaas niet.’
‘Personele bezetting blijft een knelpunt, maar waar ik ook kom, op iedere afdeling werken zeer bevlogen dokters en verpleegkundigen. De verpleegkundigen letten goed op elkaar en zorgen er samen voor dat ze overeind blijven. Praten met elkaar en zo nodig via het bieden van steun van de psycholoog of geestelijk verzorger is belangrijker dan ooit.’
Hoe is de situatie in de VVT? Kunnen zij patiënten opvangen om klinieken te ontlasten?
‘Meerdere verpleeghuizen hebben op dit moment besmettingen onder hun bewoners en personeel. Het lukt nog om de zorg te blijven leveren, maar de druk op het personeel is groot. Er is momenteel voldoende capaciteit in de verpleeghuizen om COVID-patiënten die verzorging nodig hebben op te vangen. Doorstroom vanuit de ziekenhuizen gebeurt in goede onderlinge afstemming tussen medisch specialisten of huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde.’
In het voorjaar waren er veel mensen die zorg vermeden door niet naar de huisarts te gaan. Hoe is dat nu?
‘Tijdens de eerste golf zagen we inderdaad dat het aantal verwijzingen door de huisarts flink afnam. Mensen zijn niet alleen bang om het virus op te lopen, maar willen ook de zorg niet “lastig vallen”. We zien landelijk een daling van 25% verwijzingen door de huisarts. Bij ons is dat 18%. We zetten alles op alles om de reguliere zorg draaiend te houden. Daarom blijft het belangrijk dat mensen met gezondheidsklachten naar de huisarts gaan, om te voorkomen dat zij straks te laat zijn.’