“Samenwerken, dat is waar het binnen de zorg voor corona-patiënten nu omdraait”, zegt Monique Jacobs, manager van het Netwerk Acute Zorg regio Zwolle. “Geen van de ketenpartners doet op dit moment alleen zijn eigen ding. Iedereen – van de huisartsen tot de ziekenhuizen, van de ambulancediensten tot de gehandicaptenzorginstellingen – helpt elkaar om patiënten die corona* hebben of hebben gehad zo snel mogelijk op de juiste plek te krijgen.” Ina Kuper, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ): “Met zijn allen doen we ons maximale best om patiënten nú de juiste zorg te bieden en tegelijkertijd voorbereid te zijn op wat nog komen gaat nu het erop lijkt dat er half april landelijk zo’n 2500 patiënten op de intensive cares zullen liggen.”
Het Netwerk Acute Zorg regio Zwolle (NAZ) coördineert en regisseert de keten van de acute zorg in de gebieden rondom Harderwijk, Apeldoorn, Deventer, Zutphen, Zwolle, Meppel en Hardenberg. Dat is nu ten tijden van de uitbraak van corona niet anders, maar wel veel intensiever, vertelt Jacobs. “Ook het aantal zorgpartijen dat nu aangehaakt is, is in de loop van de corona-uitbraak uitgebreid. Naast de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de huisartsenzorg, GGD-en, GGZ-organisaties met een crisisdienst, de VVT (Verpleging, Verzorging en Thuiszorg), zorgverzekeraars en de GHOR, zijn sinds de uitbraak ook de gehandicaptenzorg, apothekers en verloskundigen/kraamverzorgenden erbij gekomen. Kortom, alle partijen die een actieve rol hebben in de acute zorg voor corona-patiënten in onze regio.”
Monique Jacobs, manager Netwerk Acute Zorg regio Zwolle en Ina Kuper, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen
Verdelen middelen en patiënten
Al deze partijen hebben stuk voor stuk een goed beeld van hoe het ervoor staat binnen hun eigen organisatie, maar het NAZ zorgt voor het totale plaatje van de regio. Jacobs: “Wij inventariseren het beeld in de regio: hoeveel besmette patiënten liggen in de ziekenhuizen, hoeveel IC-bedden zijn er nog, hoeveel plekken binnen de verpleeghuizen, waar lopen de huisartsen tegenaan? Hoe staat het met de personele bezetting en met de voorraad beschermingsmiddelen; hoe verdelen we die over de verschillende zorginstellingen? Deze gegevens zijn nodig om in het ROAZ beslissingen te kunnen nemen en op te sturen.”
“Ook helpt het NAZ bij het overplaatsen van patiënten binnen de regio naar ziekenhuizen die nog bedden vrij hebben. En geven we voor de landelijke verdeling van coronapatiënten de hoeveelheid beschikbare (IC)bedden in onze regio door aan het Landelijk Coördinatiepunt Patiëntenspreiding”, vervolgt Jacobs. “Dat coördinatiepunt is er sinds een week. In onze regio hebben we coronapatiënten vanuit Brabant opgenomen en vanuit onze regio zijn een aantal patiënten naar ziekenhuizen in het Noorden gebracht. Afgelopen weekend zijn de eerste twee patiënten vanuit onze regio naar Duitse ziekenhuizen overgebracht.”
Vraagstukken oplossen
Naast het inventariseren en coördineren helpt het NAZ zorginstellingen ook vraagstukken op te lossen, onder andere door hen met elkaar in contact te brengen. “Binnen de VVT waren verpleeghuizen bijvoorbeeld al gewend om patiënten met eenzelfde besmetting op één plek te verzorgen, dat kennen zij vanuit eerdere griepuitbraken. Van die ervaring heeft onder andere de gehandicaptenzorg nu gebruik kunnen maken.” Een ander voorbeeld is de huisartsenzorg. “De huisartsen stonden voor de uitdaging om de patiëntstromen te moeten scheiden, dus de patiënten met (verdenking op) corona van de overige patiënten. Door met verschillende huisartspraktijken samen te werken, brengt nu de ene huisarts huisbezoeken aan patiënten met corona, terwijl de ander zorgt voor het draaien van de reguliere spreekuren. Ook dat moet natuurlijk doorgaan.”
Dagelijks intensief overleg
Ook het aantal overlegmomenten is sinds corona de kop opstak intensiever. “Het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ), georganiseerd door het NAZ, vindt nu minimaal elke week plaats en vrijwel dagelijks is er telefonisch een sub-ROAZ tussen de verschillende sectoren.”, aldus Jacobs. Ina Kuper, lid van de Raad van Bestuur van Isala en voorzitter van het ROAZ**, vult aan: “Deze overleggen verlopen volgens een vaste structuur: Wat is het beeld? Waar lopen we tegenaan? En welke acties ondernemen we? Waar ze in Brabant door de snelle uitbraak vooral reactief konden reageren, konden wij gelukkig proactief de boel voorbereiden.”
“Inmiddels hebben we de zaken goed ingericht”, aldus Kuper. “De patiëntstromen – met (verdenking op) corona en zonder corona – zijn overal goed gescheiden, de planbare zorg is afgeschaald en de overlegstructuur staat. Tegelijkertijd neemt de druk op de IC’s toe en houden we ook de hoeveelheid beschikbare plekken in verpleeghuizen en revalidatiecentra nauwlettend in de gaten. Want een IC-opname wegens corona is heel ingrijpend, vooral voor oudere, kwetsbare patiënten. Gemiddeld liggen deze patiënten dan ook geen 10 dagen, waarvan eerst werd uitgegaan, maar 23 dagen op de IC. Dit zorgt ervoor dat de IC’s vollopen, ook al lijkt het aantal nieuwe besmettingen landelijk wat af te nemen.”
Palliatieve unit en hotelbedden
“Het blijft dus zaak om nieuwe IC-bedden te vinden én tegelijkertijd kritisch te kijken welke patiënt wel op de IC opgenomen moeten worden en welke niet. Dat zijn heel heftige afwegingen om te maken”, vervolgt Kuper. “Speciaal voor huisartsen heeft Isala een handreiking gemaakt, die hen helpt deze afweging te maken. Een patiënt die weinig kans maakt de intensieve behandeling te overleven of wie naar verwachting nog minder dan een jaar te leven heeft, is waarschijnlijk beter af bij een palliatieve behandeling dan bij een IC-opname. Dat gesprek gaan huisartsen en ook de artsen in de ziekenhuizen met patiënten en hun naasten aan, om zo op de IC’s ruimte vrij te houden voor patiënten met een goede overlevingskans.”
Tegelijkertijd wordt er ook op andere plekken naar bedden gezocht, vertelt Jacobs van het NAZ. “We zijn bezig om bij ziekenhuizen in de regio een palliatieve unit op te zetten, speciaal voor de patiëntengroep die geen uitzicht meer heeft op genezing. Daarnaast zijn we volop in gesprek met zorghotels voor het inrichten van bedden voor patiënten met corona die ziek zijn, maar niet zo ziek dat ze op de IC opgenomen moeten worden. Of voor patiënten met corona die niet thuis kunnen verblijven.”
Goed zorgen voor zorgpersoneel
Zowel Kuper als Jacobs benoemen hoe trots ze zijn op de samenwerking binnen de regio. “Crisismanagement is voor de meeste van ons geen dagelijks werk”, aldus Kuper. “Des te trotser ben ik op hoe we dit tijdens deze heftige periode binnen alle zorgketens samen met alle zorgverleners doen.” Jacobs beaamt dit: “Zowel de zorgverleners aan het bed, als alle mensen die achter de schermen de zorg regelen, werken keihard. Dat vind ik echt een groot compliment waard.” Kuper: “Laten we daarbij vooral ook oog houden voor hoe het met elkaar gaat. Alle zorgverleners maken op dit moment heftige dingen mee en daarbij is het ook fysiek nog eens zwaar werk. Zorgen dat we met zijn allen overeind blijven, door met elkaar te praten en medewerkers die emotionele zaken meemaken psychische ondersteuning te bieden, is belangrijker dan ooit. Zo kunnen we met zijn allen deze enorme klus blijven klaren.”
* Voor de leesbaarheid van dit artikel spreken we over het coronavirus in plaats van de meer specifieke benaming covid-19.
** Het ziekenhuis met traumacentrumfunctie in de regio heeft tot taak het ROAZ te coördineren en te faciliteren. In deze regio is dit Isala, die de uitvoering hiervan heeft belegd binnen het Netwerk Acute Zorg regio Zwolle.