Dr. Ina Kuper, lid Raad van Bestuur van Isala en ROAZ-voorzitter van deze ROAZ-regio, wordt de nieuwe voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Prof. dr. Martin Schalij, lid van Raad van Bestuur van LUMC, wordt de nieuwe vice-voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Hij volgt daarmee Kuper op. Zij zijn beiden benoemd door de Algemene Ledenvergadering van LNAZ. Samen vormen zij per heden het Dagelijks Bestuur van LNAZ.
Ina Kuper heeft een achtergrond als reumatoloog en is in juli 2016 gestart als lid Raad van Bestuur bij Isala. Daarvoor bekleedde zij diverse management functies bij MST, waar zij ook lid Raad van Bestuur a.i. is geweest. Martin Schalij, cardioloog, trad op 1 januari 2021 toe als bestuurder tot de Raad van Bestuur van het LUMC. Sinds 2011 is hij als hoogleraar Cardiologie benoemd tot afdelingshoofd Hartziekten in het LUMC.
Dr. Ina Kuper en Prof. dr. Martin Schalij
Toekomstbestendige acute zorg
Kwaliteit en toegankelijkheid van acute zorg zijn niet vanzelfsprekend; de houdbaarheid van de acute zorg staat onder druk. Ina Kuper: ‘Personeelskrapte in de sector én de toenemende zorgvraag dwingen ons om na te denken over hoe de acute zorg effectiever en efficiënter in de keten georganiseerd kan worden.’ ‘Wij staan voor een forse uitdaging’, vult Schalij aan. ‘Het LNAZ en de verbonden ROAZ-regio’s, hebben de afgelopen jaren laten zien waar de zorg in Nederland toe in staat is. De regio’s zijn druk bezig de gemaakte afspraken in het Integraal Zorgakkoord, te vertalen naar regionale ROAZ-plannen.’
Samenwerking
‘De acute zorg voor iedereen die dit nodig heeft garanderen, met de juiste zorg op de juiste plek, blijft de taak in de regio’s. Dit kan alleen in samenwerking met de ketenpartners in de acute zorg’, licht Kuper toe. ‘Regio’s kunnen sterk van elkaar verschillen, dat maakt het tot een mooie uitdaging dit zo goed mogelijk te organiseren. Willen we dit goed inrichten dan zijn inzicht in capaciteiten in de keten én goede triage absolute voorwaarden. De doorontwikkeling van de zorgcoördinatiecentra, waar mogelijk samen met de meldkamers, zie ik dan ook als een belangrijke opgave.’
Bron: LNAZ